Lijndienst
Op 2 september 1963 startte Schreiner Aerocontractors N.V. met de lijndienst Groningen - Schiphol - Rotterdam. Deze verbinding vanuit Groningen was het initiatief van een aantal ondernemers uit Groningen, verenigd in het "Garantiefonds Vliegverbinding Eelde", die ook bereid waren met een subsidie deze lijndienst te ondersteunen. Tevens werd een interline overeenkomst getekend tussen Schreiner Aerocontractors en de KLM. in deze overeenkomst werd geregeld dat vliegbiljetten voor met name de verbinding tussen Schiphol en Groningen, van Schreiner door de KLM werden geaccepteerd en omgekeerd.
Groningen - Amsterdam - Rotterdam | van 2/09/1963 tot 03/1964 |
Schreiner Airways | |
DH-104 Dove | PH-SAA |
Douglas C-47 Dakota | PH-DAC, PH-ERZ |
PH-SAA DH-104 Dove 6 in de kleuren van Schreiner Airways (Nico Terlouw, Zestienhoven, 1963)
De dienst werd vier maal per week gevlogen op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Vertrokken werd vanaf Groningen om 07.30 uur onder vliegnummer SC201 op maandag, SC203 op dinsdag, SC205 op woensdag en SC207 op donderdag, waarbij via Schiphol gevlogen werd en om 09.00 uur op Rotterdam geland werd. Om 21.30 uur werd de retourvlucht uitgevoerd vanuit Rotterdam-Zestienhoven als de SC202/204/206/208 om via Schiphol om 23.00 uur op Groningen-Eelde aan te komen. Vanaf 1 november 1963 werd ook tweemaal per week vanuit Groningen op Hamburg gevlogen. Op dinsdag en donderdag werd volgens onderstaand schema 2x daags de dienst uitgevoerd.
Met de start van de lijndienst werd de naam Schreiner Airways ingevoerd. Gevlogen werd met de DH-104 Dove waarbij afhankelijk van het aantal passagiers ook de DC-3 Dakota werd ingezet.
Deze dienst werd nooit een succes en wel om de volgende factoren:
- de dienst werd vanaf Rotterdam ongelukkig gevlogen, om vanaf Rotterdam Groningen te bereiken moest de avondvlucht genomen worden. Wilde men vanuit Rotterdam Hamburg bereiken dan moest in Groningen overnacht worden om de volgende dag naar Hamburg te vliegen.
- het bedrag van fl. 75,- voor een retour Rotterdam - Groningen (fl 37.50 voor een enkeltje) was voor die tijd een hoog bedrag.
In 1963 werden ruim 400 passagiers vervoerd richting Groningen, omgekeerd ruim 600.Hierbij werden de meeste passagiers vervoerd op het traject Groningen-Schiphol, hiervoor diende de DC-3 Dakota te worden ingezet. Op de overige trajecten werden gemiddeld 3 passagiers per vlucht vervoerd. Deze lijndienst werd daarom maar kort uitgevoerd en werd na een half jaar, in maart 1964, gestaakt.
PH-DAC DC-3 met Schreiner Aerocontractors opschriften in de sneeuw op Rotterdam (archief Wim Zwakhals, Rotterdam, 1963)
In 1958 werd Schreiner Aero Contractors N.V. opgericht en richtte zich binnen Nederland eerst op de luchttaxi markt, uitgevoerd onder de naam Aero Taxi . In 1962 werd het kapitaal flink uitgebreid door de deelneming in Schreiner Aerocontractors door de Rotterdamse scheepvaartonderneming Phs. van Ommeren N.V. Met deze deelneming werd het maatschappelijk kapitaal vergroot tot 5 miljoen gulden. De leiding van het bedrijf berust bij de algemeen directeur B.A.M.Schreiner, bijgestaan door de heren mr. H.van Zanten en kapt. t.z. W.O.P.R.Aernout, commercieel en operationeel directeur. De Luchtvaarttechnische Handelsmij Schreiner & Co, de importeur van de Piper vliegtuigen, blijft geheel zelfstandig. Scheepvaartondernemer van Ommeren zag de kansen in het opkomende vervoer door de lucht. In 1963 maakten 42.000 Nederlanders gebruik van het vliegtuig om hun vakantiebestemming te bereiken. In 1965 waren dit er al 150.000.
Gestart werd vanaf Rotterdam-Zestienhoven en in 1963 werden naast de gestarte lijndienst met de twee Dakota's (PH-DAC en PH-ERZ) en de DH-104 Dove PH-SAA, veel dagcharters binnen Europa gemaakt. In 1964 werd ook gestart met de eerste vluchten naar de vakantiebestemmingen in het zuiden van Europa. Gekozen werd voor de Fokker F-27 Friendship waarbij in november 1963 bij Fokker een bestelling werd geplaatst voor levering in april 1965, gevolgd door de bestelling van een tweede toestel in juli 1964. Om in 1964 deze vakantie vluchten te kunnen starten werd op 10 april 1964 een nieuwe F-27 Friendship series 100 (c/n 10248), voorzien van 48 stoelen, gehuurd van Braathens SAFE, welke in gebruik werd genomen als de PH-SAF. Vanaf Rotterdam werd dat jaar een wekelijkse vlucht naar Palma uitgevoerd.
In augustus 1964 werd op voorzet van Schreiner Airways het Air Booking Center (ABC) opgericht. Voor die tijd dienden de touroperators bij een luchtvaartmaatschappij een volledig vliegtuig te huren en deze zelf te vullen. Dit ABC, welk niet alleen op de Nederlandse maar ook op de buitenlandse touroperators gericht was, kon in overleg met deze touroperators zoeken naar nieuwe vakantiebestemmingen en het risico van de bezetting van de vluchten hierbij beter verdelen. Iedere touroperator kon binnen het ABC een aantal plaatsen, bv drie, vier, zeven, tien of meer, boeken zodat het risico van onverkochte plaatsen aanzienlijk kleiner werd. Een en ander heeft er al in 1964 toe geleid dat door Schreiner Airways eind oktober Tanger als vakantiebestemming werd toegevoegd. In het eerste zomerseizoen werden 26.000 passagiers vervoerd. Eind 1964 verhuisde Schreiner Airways van Zestienhoven naar Schiphol, waar een gedeelte van hangaar 5 werd gehuurd. Voor het winterseizoen 1964-1965 werd vanaf Schiphol vluchten uitgevoerd naar de ski vakantie bestemmingen Munchen, Geneve en Zurich.
De eerste F-27 Friendship van Schreiner Airways was de PH-SAF, hier kort na aflevering op Rotterdam op de plaat vastgelegd door Nico Terlouw.
De grote vlootuitbreiding bij Schreiner Airways zou in 1965 plaats vinden. Op 8 april 1965 keerde de gehuurd F-27 Friendship PH-SAF terug naar zijn verhuurder, Braathens SAFE, waar het toestel als LN-SUL in gebruik werd genomen. Waarna op 13 april 1965 een verdere uitbreiding van de vloot plaats vond met de aflevering van twee nieuwe F-27 Friendships, de PH-SAB (c/n 10271) en PH-SAD (c/n 10272) in een 48 zits uitvoering. Daarnaast een Douglas DC-7C, de PH-SAE (c/n 45469) afkomstig van Japan Air Lines, ex JA6302, op 2 juli 1965. Vanaf half april werd het zomerprogramma gestart met vluchten naar Tunis, Ljubljana, Palma, Praag, Innsbruck, Wenen, Malaga en Barcelona. Met de DC-7C werden dat jaar twaalf trans-Atlantische vluchten uitgevoerd naar Suriname en Curacao. In de winter 1965/1966 was er weinig werk en de twee Fokker F-27 Friendships werden verhuurd aan Indian Airlines, echter tijdens deze vluchten werd de PH-SAB op 7 februari 1966 afgeschreven bij een ongeval op Srinagar in Kasjmir.
De ambities van Ommeren gaan ver en wil starten met exclusieve vluchten naar Noord-Amerika, het Caraibische gebied en het Verre Oosten. Het aandeel van Bob Schreiner in de maatschappij werd overgenomen waardoor van Ommeren nu 100% eigenaar van Schreiner Airways werd. De Dornier Do-27Q PH-ACT en de DeHavilland DH-104 Dove behoorden niet bij deze transactie. De Do-27Q vertrok naar de Gelderse Luchtvaartmaatschappij en de DH-104 Dove werd als 5N-ACJ ingezet bij de Nigeriaanse vestiging van Schreiner Aerocontractors.
PH-SAO Douglas DC-7C Schreiner Airways op het oude Schiphol (Nico Terlouw, Schiphol, 1966)
Voor het zomerseizoen 1966 werd een tweede Douglas DC-7C aangeschaft, de PH-SAO (c/n 45468) eveneens afkomstig van Japan Air Lines (ex JA6301). Aanvullend werden daarbij twee F-27 Friendships gehuurd, de PH-SAN (c/n 10298) van Braathens SAFE en de PH-SAP (c/n 10107) van Fokker. Het programma werd dat jaar verder uitgebreid met vluchten met de DC-7C naar Canada. Schreiner Airways bleef dat jaar het vakantieprogramma vanaf Rotterdam vliegen. De Fokker F-27 Friendships PH-SAD, SAN en SAP werden daarbij ingezet op de wekelijkse vluchten naar Palma (zondag) en Barcelona. Ook werden er dat jaar vanaf Rotterdam vluchten naar Rimini gevlogen. De DC-3 Dakota was eveneens regelmatig op Rotterdam te zien met vluchten op o.a. Southend. De DC-7C vloot was dat jaar op Rotterdam voornamelijk lessend te zien (PH-SAE en SAO) met een enkel bezoek van de PH-SAE aan Rotterdam en wel op vrijdag 6 mei toen het toestel een retour Amsterdam vloog.
Aan het eind van het seizoen werd de F-27 Friendship PH-SAN, in september, overgedragen aan Braathens SAFE welke het toestel in dienst nam als de LN-SUL, gevolgd in november door de terugkeer van de PH-SAP aan Fokker. In het winterseizoen 1966/1967 werden weer vluchten gemaakt vanaf Schiphol naar de skigebieden in de Alpen met bestemming Salzburg en Munchen. Voor de DC-7C vloot was het rustig en naast regelmatige vluchten naar de Canarische Eilanden werden de DC-7'ens ingezet op vluchten voor andere maatschappijen zoals Loftleidir.
Voor het zomerseizoen 1967 werd de Schreiner Airways vloot nog verder uitgebreid met de komst van een derde DC-7C, de PH-SAX, welke in mei 1967 in gebruik genomen werd en afkomstig was van Caledonian (ex G-AOIE). Dit toestel bleef daarbij in Caledonian kleuren vliegen met Schreiner Airways opschriften. In april werd een nieuwe F-27 Friendship in ontvangst genomen, de PH-SAR (c/n 10325). Naast de bestemmingen op Spanje werd die zomer gevlogen op Bazel, Rimini en Rome, en werden de DC-7C's vooral ingezet op vluchten van zowel Schiphol als Gatwick naar Canada (Montreal, Toronto en Vancouver) met tussenstops op Gander, Goose Bay en Keflavik.
Met Martinair werd een felle concurrentiestrijd uitgevochten. Inmiddels had de KLM een aandeel in Martinair genomen waarbij de KLM samen met Martinair de concurrentiestrijd op de vakantiemarkt uitvoerden en hierbij zelfs overgingen tot een strijd op het gebied van levering van catering en busvervoer. Schreiner Airways voerde dat jaar alle vluchten vanuit Schiphol uit en was dat jaar op Rotterdam vrijwel niet te zien. Naast twee charters met de DC-3 Dakota PH-DAC en een enkele charter met de F-27 PH-SAD (op 27 mei) was de vloot in het voorjaar vooral lessend te zien met het maken van touch and go's met de Friendships PH-SAD en SAR en de DC-7C's PH-SAE, SAO en SAX. Toen duidelijk werd dat ook het derde operationele jaar, met het vervoer van 80.000 passagiers, voor Schreiner Airways slechts negatieve cijfers zou afwerpen, besloot het Rotterdamse scheepvaartbedrijf Van Ommeren aan het eind van het seizoen de activiteiten te stoppen. Zo werden op 1 oktober 1967 alle activiteiten gestaakt.
De twee Fokker F-27 Friendships PH-SAD en SAR vertrokken naar de KLM waarbij de PH-SAD direct werd ingezet bij de inmiddels opgerichte NLM. De Dakota PH-DAC vertrok eveneens naar de KLM, die het toestel direct doorverkocht aan Delta Air Transport als OO-VDF. De DC-7 vloot vertrok in zijn geheel naar Trans World Leasing waarbij de PH-SAE en PH-SAO werden overgevlogen naar Cambridge en de PH-SAX op Woensdrecht werd geparkeerd.
PH-DAC DC-3 Dakota in de volledige kleuren van Schreiner Airways (Nico Terlouw, Rotterdam, 1964)
Schreiner Airways vlootlijst
Dornier Do.27Q PH-ACT was tot maart 1966 in dienst bij Schreiner Airways (Nico Terlouw, Rotterdam, 1963)
Wim Zwakhals, november 2016
bronnen: archief Airnieuws, Avia, Vlieggids Rotterdam