Redcoat

In een tijd dat juist verschillende vrachtmaatschappijen stopten met hun activiteiten, werd in Engeland een nieuwe vrachtmaatschappij opgericht.

G-AOVS de eerste B-175 Britannia van Redcoat                                                           (archief Frank de Koster, Rotterdam,  1977 )

Redcoat Air Cargo werd in mei 1976 opgericht met een kantoor op London-Gatwick. Gestart werd met een contract voor een jaar met het gebruik van de Geminair B-175 Britannia 9G-ACE voor een wekelijkse vlucht tussen England en Accra. Hierbij moest Redcoat zorgen voor de vracht voor heen- en terugvlucht. Manager-directeur werd Mike Owen, die eerder al bij Tellair en African Safari had gewerkt. In dit jaar werd veel ervaring opgedaan en kantoren geopend in West-Afrika en bij het beeindigen van de afspraken met Geminair werd op zoek gegaan naar een eigen toestel, welke gevonden werd met de aankoop van Bristol B-175 Britannia G-AOVS van IAS.Het toestel werd voorzien van de nieuwe kleuren van de maatschappij en Luton werd de thuisbasis. In mei 1977 werd gestart met de activiteiten. Redcoat verhoogde de activiteiten in Afrika en maakte van de reguliere vlucht op Accra een bus stop service met mogelijke stops in Banjul (Gambia), Monrovia (Liberia), Freetown (Sierra Leone), Dakar (Senegal) en Conakry (Guinee) welke de naam "African Bulge" kreeg. De Bristol Britannia was uitermate geschikt voor deze vluchten. Met een volledige lading van 12 ton, kon een afstand van 7 uur vliegen overbrugd worden. Daarnaast waren een aantal korte stops eveneens geen probleem. Op de heen vlucht naar Afrika werden vooral Britse export artikelen meegenomen zoals machines, computers en printers, chemicalien en allerhande goederen voor de consument. Op de terugvlucht werd vaak een stop gemaakt op de Canarische Eilanden (groenten en paprika's ) of Cairo (bonen). Daarnaast werden charters binnen Europa en het Midden Oosten gevlogen. Hierbij werd regelmatig vee vervoerd van 250 kalveren tot een lading van eendags kuikens (37.000 stuks). Ook werd regelmatig gevlogen voor de Ford Motor Comp met auto onderdelen van Luton naar Frankfurt.   

G-BRAC B-175 Britannia Redcoat                                                                                    (Rob Jonker, Schiphol, november 1979)

Het werk nam snel toe en in juni 1978 werd een tweede Bristol B-175 Britannia aangekocht, de G-BRAC, de voormalige RAF Britannia 253 XL639, welke dienst had gedaan bij Aer Turas als EI-BDC. In mei 1978 kreeg Redcoat het contract van het Ministerie van Defensie voor het uitvoeren van een wekelijkse vlucht vanaf Lyneham naar Belize met een stop op Halifax, Canada. Ook hier werd bij onvoldoende vracht op de terugweg een extra stop gemaakt in de VS of Canada om vracht mee te nemen. Op 31 juli 1979 werd de B-175 Britannia G-AOVS uit dienst genomen na een laatste vlucht vanaf Accra naar Luton. Het toestel had sinds zijn in dienst treding bij BOAC op 9 september 1959, 42.609 uur gevlogen met 10.889 landingen en werd na zijn dienst tijd bij BOAC gevlogen door Lloyd International en IAS, Vervanger werd een tweede ex RAF Britannia 253, de G-BHAU (ex XL640) welke werd gehuurd van Swordvale Aviation en daarvoor gevlogen had als EI-BCI bij Euraric en in augustus 1979 in gebruik genomen werd. Dit toestel werd voorzien van een iets gewijzigd kleurenschema namelijk een rode staart met witte letter R in plaats van de witte staart met zwart/rode badge. Indien nodig werd aanvullende capaciteit ingehuurd zoals B-175 Britannia G-AOVF van IAS

Op 16 februari 1980 werd de G-BRAC afgeschreven bij een ongeval. Het toestel was op de terugweg van Belize en maakte en tussenstop op Boston-Logan. Daar werd het toestel geladen met computer onderdelen. Het toestel vertrok in slecht weer met 800 meter zicht in een sneeuwstorm. Het toestel steeg tot een hoogte van 1700 meter en daalde daarna totdat het de grond raakte, waarbij slechts een van de acht bemanningsleden het ongeval overleefde. Direct werd de B-175 Britannia 9G-ACE weer met regelmaat gebruikt om de vluchten uit te kunnen voeren. Nieuwe vervangende capaciteit werd gevonden door de aankoop van de Canadair CL-44 G-AZKJ van het inmiddels gestopte British Cargo Airlines. Deze Canadair CL-44D werd op 29 juli 1980 vanaf Stansted naar Luton overgevlogen. Na een grondige onderhoudsbeurt werd het toestel op 9 augustus 1980 als G-BRED aan Redcoat afgeleverd. Na twee dagen opleiding aan de crew werd op 11 augustus 1980 de eerste vlucht uitgevoerd naar Seeb Airport. De CL-44 werd daarna ingezet op de vluchten van Brize Norton naar Belize tot het beeindigen van dit contract op 22 oktober 1980.

G-BRED Canadair CL-44D Redcoat                                                                                    (David Booster, Rotterdam, 24 maart 1981)

In september 1981 werd een contract verkregen voor het vliegen van vee vanaf Forli naar Kano. Voor de uitvoering van deze vluchten werd de B-175 Britannia G-BEMZ gehuurd van Swordvale Aviation. Deze ex RAF Britannia had daarvoor dienst gedaan bij Gaylan en werd in deze kleuren, zonder opschriften en staartlogo, in dienst genomen op 22 september tot 2 december 1981.Op deze datum werd ook de huur van B-175 Britannia G-BHAU beeindigd, zodat Redcoat alleen met de CL-44 G-BRED bleef doorvliegen. Met kantoren in vrijwel alle landen in West Afrika werd vooral op dit gebied gevlogen. Begin 1982 kreeg de CL-44 te maken met enkele motor storingen. Op 9 mei 1982 kwam de G-BRED op drie motoren aan vanaf Kano. Een motor vervanging was noodzakelijk. Deze kosten leidde tot het besluit op 20 mei 1982 te stoppen met de vliegactiiviteiten van Redcoat en de vluchten voortaan uit te laten voeren door andere maatschappijen als Air Bridge Carriers en Tradewinds. De G-BRED stond daarna geparkeerd op Luton en werd in november 1983 verkocht als N106BB aan Blue Bell Aviation.

Redcoat op Rotterdam  

G-BHAU B-175 Britannia 253 Redcoat voorzien van de rode staart.                                               (David Booster, Rotterdam,  1 april 1981)

Redcoat bracht al snel een bezoek aan Rotterdam. In juni 1977 voerde de B-175 Britannia G-AOVS op 15 juni zijn eerste charter uit, gevolgd door een tweede bezoek op 29 juni. Daarna op 29 augustus met een lading tabak richting Accra. Zoals al genoemd werd op de terugvlucht vanuit Afrika bij onvoldoende lading een tussenlanding gemaakt. Zo ook op 24 oktober waarbij de Britannia G-AOVS met bonen uit Cairo landde. Het laatste bezoek van de G-AOVS aan Rotterdam vond plaat op 24 oktober waarbij de vrachtkist ingezet werd op een vlucht voor IAS met kuikens naar Sanaa.

In 1978 twee bezoeken van de voormalige RAF Britannia G-BRAC. Op 10 juli werd een vlucht uitgevoerd voor Iscargo, gevolgd op 7 augustus waarbij de B-175 G-BRAC werd ingezet op een vlucht van Air Faisal met bonen uit Cairo. Na twee jaar afwezigheid verscheen B-175 Britannia G-BHAU voor een eenmalig bezoek aan Rotterdam op 1 april 1981 met groenten uit Las Palmas. In 1981 ook de inzet van de Canadair CL-44D G-BRED met een eerste bezoek op 6 februari met tomaten uit Tenerife, gevolgd door een tweede bezoek op 24 maart. Op 16 mei werd een uitgaande charter met vracht uitgevoerd. Op 27 mei weer de komst met bonen uit Cairo waarna CL-44D G-BRED na een verblijf van anderhalve dag op 29 mei leeg naar Beek vertrok. Het laatste bezoek van Redcoat aan Rotterdam vond plaats op 26 februari 1982 waarbij de CL-44D G-BRED met tomaten uit Las Palmas kwam en daaabij een technische tussenlanding moest maken op Valencia, om daarna door te vliegen naar thuisbasis Luton.

Redcoat vlootoverzicht

G-BEMZ  B-175 Britannia in de kleuren van Gaylan, kort voor ingebruikname door Redcoat     (archief Wim Zwakhals, Manston, juli 1981)

Bronnen: Airnieuws archieven, Air Pictorial, Propliner

Wim Zwakhals, januari 2025